• amen·de·ren
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verbeteren’ voor het eerst aangetroffen in 1862 [1]
  • uit het Frans met het achtervoegsel -eren [2]

amenderen [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
amenderen
amendeerde
geamendeerd
zwak -d volledig
  1. (juridisch) een formele verandering van een officieel document door middel van een toevoeging, weglating of wijziging
    • Nu wil nagenoeg de hele Tweede Kamer toch een herinvoering van het alcoholslot (waardoor een auto pas start als de bestuurder een blaastest heeft gedaan) omdat ze het een goede maatregel vinden. Maar Schultz en haar collega-minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie, VVD) willen daar niet aan. Volgens Schultz verbiedt Europese regelgeving het om een rijbewijs te verstrekken aan alcoholisten. Zweden doet dat wel en volgens Schultz gaat Brussel dat onmogelijk maken. Letterlijk zei ze: „Er is een vergelijkbaar systeem in Zweden dat onder vuur ligt. De Europese Commissie start waarschijnlijk eerdaags een ‘inbreukprocedure’. Ik ben samen met Zweden en Finland bezig om te proberen de rijbewijsrichtlijn te amenderen, zodat het uiteindelijk wel mogelijk is om dit soort maatregelen op te leggen.” Klopt het dat het alcoholslot in strijd is met Europese regels? [4] 
72 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[5]