• her·zien
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
herzien
herzag
herzien
klasse 5

onregelmatig

volledig

herzien [2]

  1. overgankelijk opnieuw naar iets kijken om veranderingen aan te brengen
    • Je zult paragraaf vijf van je werkstuk moeten herzien. 
    • Vanwege de nieuwe argumenten heb ik mijn standpunt herzien. 
stellend
onverbogen herzien
verbogen herziene
partitief herziens

herzien

  1. veranderd, verbeterd
  • een herziene heruitgave
vervoeging van: herzien…
verbogen vorm: herziene

herzien

  1. voltooid deelwoord van herzien
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]