actrice
- ac·tri·ce
- Uit het Frans
- Naamwoord van handeling van acteren met het achtervoegsel -rice
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | actrice | actrices |
verkleinwoord | actricetje* | actricetjes |
de actrice v
- (beroep) vrouw die een personage uitbeeldt in een verhaal of rollenspel, vrouw die acteert
- De actrice staat centraal afgebeeld op de filmposter.
- toneelspeelster
- vrouwelijke vorm van acteur
- diva
- De vorm actriceje stond vermeld in de gedrukte versie van het Groene Boekje, de Woordenlijst Nederlandse taal uit 2005, maar niet in de edities daarvoor of daarna. Deze vorm zou ontstaan als Nederlands verkleinwoord wanneer actrice op zijn Frans wordt uitgesproken. Maar in het Nederlands wordt de stomme e wél uitgesproken, zodat het verkleinwoord "actricetje" is.
1. vrouw
- Het woord actrice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "actrice" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord | |
mannelijk | acteur | l'acteur | acteurs | les acteurs |
vrouwelijk | actrice | l'actrice | actrices | les actrices |
actrice v