achterhalen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van achterhalen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | achterhalen | te achterhalen | ||||||||
toekomend | zullen achterhalen | te zullen achterhalen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben achterhaald | te hebben achterhaald | ||||||||
toekomend | achterhaald zullen hebben | achterhaald te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
achterhalend | achterhaald | ev. achterhaal |
mv. verouderd achterhaalt |
achterhale | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | achterhaal | achterhaalt | achterhaalt | achterhaalt | achterhaalt | achterhalen | achterhalen | achterhalen | |||
verleden (o.v.t.) | achterhaalde | achterhaalde | achterhaalde | achterhaalde | achterhaalde | achterhaalden | achterhaalden | achterhaalden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal achterhalen | zult/zal achterhalen | zult/zal achterhalen | zult achterhalen | zal achterhalen | zullen achterhalen | zullen achterhalen | zullen achterhalen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou achterhalen | zou achterhalen | zou(dt) achterhalen | zoudt achterhalen | zou achterhalen | zouden achterhalen | zouden achterhalen | zouden achterhalen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb achterhaald | hebt achterhaald | hebt/heeft achterhaald | hebt achterhaald | heeft achterhaald | hebben achterhaald | hebben achterhaald | hebben achterhaald | |||
verleden (v.v.t.) | had achterhaald | had achterhaald | had achterhaald | hadt achterhaald | had achterhaald | hadden achterhaald | hadden achterhaald | hadden achterhaald | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal achterhaald hebben | zal/zult achterhaald hebben | zult/zal achterhaald hebben | zult achterhaald hebben | zal achterhaald hebben | zullen achterhaald hebben | zullen achterhaald hebben | zullen achterhaald hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou achterhaald hebben | zou achterhaald hebben | zou/zoudt achterhaald hebben | zoudt achterhaald hebben | zou achterhaald hebben | zouden achterhaald hebben | zouden achterhaald hebben | zouden achterhaald hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm achterhaald worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt achterhaald | er is achterhaald | |||||||||
verleden | er werd achterhaald | er was achterhaald | |||||||||
toekomend | er zal achterhaald worden | er zal achterhaald zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou achterhaald worden | er zou achterhaald zijn | |||||||||
lijdende vorm achterhaald worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | achterhaald worden | achterhaald te worden | ||||||||
toekomend | achterhaald zullen worden | achterhaald te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | achterhaald zijn | achterhaald te zijn | ||||||||
toekomend | achterhaald zullen zijn | achterhaald te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word achterhaald | wordt achterhaald | wordt achterhaald | wordt achterhaald | wordt achterhaald | worden achterhaald | worden achterhaald | worden achterhaald | |||
verleden (o.v.t.) | werd achterhaald | werd achterhaald | werd achterhaald | werdt achterhaald | werd achterhaald | werden achterhaald | werden achterhaald | werden achterhaald | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal achterhaald worden | zult achterhaald worden | zult achterhaald worden | zult achterhaald worden | zal achterhaald worden | zullen achterhaald worden | zullen achterhaald worden | zullen achterhaald worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou achterhaald worden | zou achterhaald worden | zou/zoudt achterhaald worden | zoudt achterhaald worden | zou achterhaald worden | zouden achterhaald worden | zouden achterhaald worden | zouden achterhaald worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben achterhaald | bent achterhaald | bent/is achterhaald | zijt achterhaald | is achterhaald | zijn achterhaald | zijn achterhaald | zijn achterhaald | |||
verleden (v.v.t.) | was achterhaald | was achterhaald | was achterhaald | waart achterhaald | was achterhaald | waren achterhaald | waren achterhaald | waren achterhaald | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal achterhaald zijn | zult achterhaald zijn | zult achterhaald zijn | zult achterhaald zijn | zal achterhaald zijn | zullen achterhaald zijn | zullen achterhaald zijn | zullen achterhaald zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou achterhaald zijn | zou achterhaald zijn | zou/zoudt achterhaald zijn | zoudt achterhaald zijn | zou achterhaald zijn | zouden achterhaald zijn | zouden achterhaald zijn | zouden achterhaald zijn |