abstraheren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van abstraheren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		abstraheren			te abstraheren
	toekomend		zullen abstraheren			te zullen abstraheren
voltooid	tegenwoordig		hebben geabstraheerd			te hebben geabstraheerd
	toekomend		geabstraheerd zullen hebben			geabstraheerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	abstraherend		geabstraheerd			ev. abstraheer	mv. verouderd abstraheert	abstrahere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	abstraheer	abstraheert	abstraheert	abstraheert	abstraheert	abstraheren	abstraheren	abstraheren
verleden (o.v.t.)	abstraheerde	abstraheerde	abstraheerde	abstraheerde	abstraheerde	abstraheerden	abstraheerden	abstraheerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal abstraheren	zult/zal abstraheren	zult/zal abstraheren	zult abstraheren	zal abstraheren	zullen abstraheren	zullen abstraheren	zullen abstraheren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou abstraheren	zou abstraheren	zou(dt) abstraheren	zoudt abstraheren	zou abstraheren	zouden abstraheren	zouden abstraheren	zouden abstraheren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geabstraheerd	hebt geabstraheerd	hebt/heeft geabstraheerd	hebt geabstraheerd	heeft geabstraheerd	hebben geabstraheerd	hebben geabstraheerd	hebben geabstraheerd
verleden (v.v.t.)	had geabstraheerd	had geabstraheerd	had geabstraheerd	hadt geabstraheerd	had geabstraheerd	hadden geabstraheerd	hadden geabstraheerd	hadden geabstraheerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal geabstraheerd hebben	zal/zult geabstraheerd hebben	zult/zal geabstraheerd hebben	zult geabstraheerd hebben	zal geabstraheerd hebben	zullen geabstraheerd hebben	zullen geabstraheerd hebben	zullen geabstraheerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geabstraheerd hebben	zou geabstraheerd hebben	zou/zoudt geabstraheerd hebben	zoudt geabstraheerd hebben	zou geabstraheerd hebben	zouden geabstraheerd hebben	zouden geabstraheerd hebben	zouden geabstraheerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geabstraheerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geabstraheerd				er is geabstraheerd
verleden	er werd geabstraheerd				er was geabstraheerd
toekomend	er zal geabstraheerd worden				er zal geabstraheerd zijn
voorwaardelijk	er zou geabstraheerd worden				er zou geabstraheerd zijn