• ab·stra·heert
vervoeging van
abstraheren

abstraheert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abstraheren
    • Jij abstraheert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abstraheren
    • Hij abstraheert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van abstraheren
    • Abstraheert!