aartsdiocees
- Geluid: aartsdiocees (hulp, bestand)
- IPA: / ˈartsdijoˌses / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈaːrʦ.di.ʲo.ˌses/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈaːrʦ.di.ʲo.ˌses/
- (Limburg): /ˈaːrz.di.jo.ˌses/
- aarts·di·o·cees
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aartsdiocees | aartsdiocesen |
verkleinwoord | aartsdioceesje | aartsdioceesjes |
het aartsdiocees o
- (religie) het belangrijkste gebied van een kerkprovincie, dat geleid wordt door de aartsbisschop
1. het belangrijkste gebied van een kerkprovincie, dat geleid wordt door de aartsbisschop.
|
- Het woord aartsdiocees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.