aanmerken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van aanmerken | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aanmerken | aan te merken | ||||||||
toekomend | zullen aanmerken aan zullen merken |
te zullen aanmerken aan te zullen merken | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben aangemerkt | te hebben aangemerkt | ||||||||
toekomend | aangemerkt zullen hebben | aangemerkt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
aanmerkend | aangemerkt | ev. merk aan |
mv. verouderd merkt aan |
merke aan (bijzin) aanmerke | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | merk aan | merkt aan | merkt aan | merkt aan | merkt aan | merken aan | merken aan | merken aan | |||
verleden (o.v.t.) | merkte aan | merkte aan | merkte aan | merkte aan | merkte aan | merkten aan | merkten aan | merkten aan | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aanmerken | zult/zal aanmerken | zult/zal aanmerken | zult aanmerken | zal aanmerken | zullen aanmerken | zullen aanmerken | zullen aanmerken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aanmerken | zou aanmerken | zou(dt) aanmerken | zoudt aanmerken | zou aanmerken | zouden aanmerken | zouden aanmerken | zouden aanmerken | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | aanmerk | aanmerkt | aanmerkt | aanmerkt | aanmerkt | aanmerken | aanmerken | aanmerken | |||
verleden (o.v.t.) | aanmerkte | aanmerkte | aanmerkte | aanmerkte | aanmerkte | aanmerkten | aanmerkten | aanmerkten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aanmerken aan zal merken |
zult/zal aanmerken aan zult/zal merken |
zult/zal aanmerken aan zult/zal merken |
zult aanmerken aan zult merken |
zal aanmerken aan zal merken |
zullen aanmerken aan zullen merken |
zullen aanmerken aan zullen merken |
zullen aanmerken aan zullen merken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aanmerken aan zou merken |
zou aanmerken aan zou merken |
zou(dt) aanmerken aan zou(dt) merken |
zoudt aanmerken aan zoudt merken |
zou aanmerken aan zou merken |
zouden aanmerken aan zouden merken |
zouden aanmerken aan zouden merken |
zouden aanmerken aan zouden merken | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb aangemerkt | hebt aangemerkt | hebt/heeft aangemerkt | hebt aangemerkt | heeft aangemerkt | hebben aangemerkt | hebben aangemerkt | hebben aangemerkt | |||
verleden (v.v.t.) | had aangemerkt | had aangemerkt | had aangemerkt | hadt aangemerkt | had aangemerkt | hadden aangemerkt | hadden aangemerkt | hadden aangemerkt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangemerkt hebben | zal/zult aangemerkt hebben | zult/zal aangemerkt hebben | zult aangemerkt hebben | zal aangemerkt hebben | zullen aangemerkt hebben | zullen aangemerkt hebben | zullen aangemerkt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangemerkt hebben | zou aangemerkt hebben | zou/zoudt aangemerkt hebben | zoudt aangemerkt hebben | zou aangemerkt hebben | zouden aangemerkt hebben | zouden aangemerkt hebben | zouden aangemerkt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm aangemerkt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt aangemerkt | er is aangemerkt | |||||||||
verleden | er werd aangemerkt | er was aangemerkt | |||||||||
toekomend | er zal aangemerkt worden | er zal aangemerkt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou aangemerkt worden | er zou aangemerkt zijn | |||||||||
lijdende vorm aangemerkt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | aangemerkt worden | aangemerkt te worden | ||||||||
toekomend | aangemerkt zullen worden | aangemerkt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | aangemerkt zijn | aangemerkt te zijn | ||||||||
toekomend | aangemerkt zullen zijn | aangemerkt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word aangemerkt | wordt aangemerkt | wordt aangemerkt | wordt aangemerkt | wordt aangemerkt | worden aangemerkt | worden aangemerkt | worden aangemerkt | |||
verleden (o.v.t.) | werd aangemerkt | werd aangemerkt | werd aangemerkt | werdt aangemerkt | werd aangemerkt | werden aangemerkt | werden aangemerkt | werden aangemerkt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal aangemerkt worden | zult aangemerkt worden | zult aangemerkt worden | zult aangemerkt worden | zal aangemerkt worden | zullen aangemerkt worden | zullen aangemerkt worden | zullen aangemerkt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou aangemerkt worden | zou aangemerkt worden | zou/zoudt aangemerkt worden | zoudt aangemerkt worden | zou aangemerkt worden | zouden aangemerkt worden | zouden aangemerkt worden | zouden aangemerkt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben aangemerkt | bent aangemerkt | bent/is aangemerkt | zijt aangemerkt | is aangemerkt | zijn aangemerkt | zijn aangemerkt | zijn aangemerkt | |||
verleden (v.v.t.) | was aangemerkt | was aangemerkt | was aangemerkt | waart aangemerkt | was aangemerkt | waren aangemerkt | waren aangemerkt | waren aangemerkt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal aangemerkt zijn | zult aangemerkt zijn | zult aangemerkt zijn | zult aangemerkt zijn | zal aangemerkt zijn | zullen aangemerkt zijn | zullen aangemerkt zijn | zullen aangemerkt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou aangemerkt zijn | zou aangemerkt zijn | zou/zoudt aangemerkt zijn | zoudt aangemerkt zijn | zou aangemerkt zijn | zouden aangemerkt zijn | zouden aangemerkt zijn | zouden aangemerkt zijn |