aanlokkelijk
- Geluid: aanlokkelijk (hulp, bestand)
- IPA: / anˈlɔkələk / (4 lettergrepen)
- aan·lok·ke·lijk
- Naamwoord van handeling van aanlokken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanlokkelijk | aanlokkelijker | aanlokkelijkst |
verbogen | aanlokkelijke | aanlokkelijkere | aanlokkelijkste |
partitief | aanlokkelijks | aanlokkelijkers | - |
aanlokkelijk
- verleidelijk ogend
- Het programma oogt aanlokkelijk.
- ▸ Om thuis aan zijn vrouw te vertellen dat hun bron van inkomsten was opgedroogd, leek eveneens een weinig aanlokkelijk vooruitzicht.[1]
- ▸ Hij verzette zijn gedachten en fantaseerde over het groen van Nottingham, dat een stuk aanlokkelijker was dan het uitzicht waar hij bijna de hele dag mee werd geconfronteerd.[1]
- Het woord aanlokkelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanlokkelijk" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ 1,0 1,1 “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be