Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·lei·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van de werkwoordstam van verleiden met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verleidelijk verleidelijker verleidelijkst
verbogen verleidelijke verleidelijkere verleidelijkste
partitief verleidelijks verleidelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

verleidelijk

  1. gemakkelijk te verleiden
     Het is een verleidelijk beeld, als je langs talloze kerken en kastelen rijdt, door stadjes waar geen leven te bekennen is, laat staan enige moderne vorm van bedrijvigheid. Maar daarmee misken je de dynamiek die je even goed langs de Nationale 7 aantreft.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be