aanhoudend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanhoudend (hulp, bestand)
- IPA: / anˈhɑudənt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·hou·dend
Woordherkomst en -opbouw
- Onvoltooid deelwoord van aanhouden.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanhoudend | aanhoudender | aanhoudendst |
verbogen | aanhoudende | aanhoudendere | aanhoudendste |
partitief | aanhoudends | aanhoudenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
áánhoudend of aanhóúdend
- zonder ophouden, zonder stoppen
- De aanhoudende regen leidde tot overstromingen.
Synoniemen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van: | aanhouden |
verbogen vorm: | aanhoudende |
aanhoudend
Gangbaarheid
- Het woord aanhoudend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanhoudend" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be