aanhoudenders

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanhoudenders    (hulp, bestand)
• IPA: / anˈhɑudəndərs / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·hou·den·ders

Bijvoeglijk naamwoord

aanhoudenders

1. partitief van de vergrotende trap van aanhoudend

   • Dat is iets aanhoudenders... 

Gangbaarheid

• Het woord aanhoudenders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.