Satan
Niet te verwarren met: satan |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Sa·tan (gangbare Nederlandse versie)
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘duivel’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'tegenstander, aanklager' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Satan | - |
verkleinwoord | - | - |
Eigennaam
Satan m
- (Jiddisch-Hebreeuws) de Duivel, het hoofd van de duivels, verpersoonlijking van het kwaad
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord Satan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.