Caraïbisch

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Caraïbisch    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• Ca·ra·i·bisch

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van Caraïben met het achtervoegsel -isch

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	Caraïbisch	Caraïbischer
verbogen	Caraïbische	Caraïbischere
partitief	Caraïbisch	Caraïbischers	-

Zelfstandig naamwoord

het Caraïbisch o

1. taal van de bewoners van de Caraïben

	stellend
onverbogen	Caraïbisch
verbogen	Caraïbische

Bijvoeglijk naamwoord

Caraïbisch

1. (demoniem) behorend tot de Caraïben (de Caraïbische eilanden)

Synoniemen

• Caribisch

Afgeleide begrippen

• Caraïbisch-Engels, Caraïbisch-Nederlands, Caraïbische heremietkreeft

Verwante begrippen

Demoniemen bij Caraïben in het Nederlands
inwoner: Carieb, Caraïeb • inwoonster: Caribische, Caraïbische • bijvoeglijk: Caribisch, Caraïbisch

Vertalingen

    1.   

Engels: caribbean (en)

Spaans: caribeño (es)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord Caraïbisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.