• Ca·ra·i·bi·sche

Caraïbische

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Caraïbisch
enkelvoud meervoud
naamwoord Caraïbische Caraïbischen
verkleinwoord

de Caraïbischev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Caraïben, of een vrouw afkomstig uit Caraïben