Grieks

Zelfstandig naamwoord

λόγος m

  1. datgene wat gezegd wordt: woord; toespraak
  2. datgene wat gedacht wordt: redenering, betoog; rede, verstand
  3. (wiskunde) verhouding, ratio
Verbuiging



Oudgrieks

Zelfstandig naamwoord

λόγος m

  1. datgene wat gezegd wordt: woord; mededeling, bericht
  2. datgene wat gedacht wordt: redenering, betoog; rede, verstand
  3. argument, verklaring
  4. (wiskunde) berekening; verhouding, ratio
  5. (religie) het Woord van God (vgl. Joh. 1:1)
Verbuiging