• IPA: /tʃɪstɔkrɛvniː/


  • či·s·to·krev·ný
  • Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord čistý en het zelfstandig naamwoord krev met het achtervoegsel -ný.

čistokrevný

  1. (dierkunde) raszuiver; met betrekking tot dieren.
  2. (figuurlijk) rasecht; met betrekking tot personen.
    «Petr je čistokrevný Pražák»
    Petr is een rasachte Pragenaar, Petr is in Praag geboren en getogen


  1. zkřížený
  2. -