zijvin

Bek: bovenstandig, eindstandig, onderstandig.
- zij·vin
- samenstelling van zij en vin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijvin | zijvinnen |
verkleinwoord | zijvinnetje | zijvinnetjes |
- (zoötomie) een vin die verbonden is met spieren en de bekkengordel en daardoor minder bewegelijk dan de borstvinnen.
- De meeste vissen hebben twee zijvinnen.