anaalvin
Nederlands
1. vissenkop, 2. baarddraad, 3. neus, 4. kieuwen met kieuwspleet, 5. borstvin, 6. rugvin/vetvin, 7. staartvin, 8. zijlijn, 9. anaalvin, 10. ?, 11. buikvin/zijvin, 12. staartwortel.
Bek: bovenstandig, eindstandig, onderstandig.
Bek: bovenstandig, eindstandig, onderstandig.
Uitspraak
Woordafbreking
- anaal·vin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van anaal en vin
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anaalvin | anaalvinnen |
verkleinwoord | anaalvinnetje | anaalvinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.