zeurend
- Geluid: zeurend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzørənt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈzʏː.rənt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈzøː.rənt/
- (Limburg): /ˈzøː.rənd/
- zeu·rend
vervoeging van: | zeuren |
verbogen vorm: | zeurende |
zeurend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zeurend | zeurender | zeurendst |
verbogen | zeurende | zeurendere | zeurendste |
partitief | zeurends | zeurenders | - |
zeurend
- langdurig vervelend
- Hij zat al maanden niet meer op de fiets als gevolg van een blessure aan beide knieën. ,,Officieel heet het overbelasting, maar concreet is het een zeurende pijn in het midden van beide knieschijven. [1]
- langdurig en op een vervelende manier klagend en vragend
- Het meest bewierookte team van de moderne tijd was na 79 minuten gedegradeerd tot een stelletje zeurende, struikelende toeschouwers in gele shirtjes", zo wordt Barcelona op de plek gezet. [2]
- [1] vervelend
- [2] bedelend, zeurderig, dwingerig, dreinerig, [2] neuzelend, jengelend, klagend, mekkerend, simmend, zanikend, emmerend, lamenterend, piepend
- Het woord zeurend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia Roy Schriemer 08-02-19 Kniekwetsuur houdt Schulting uit de Ster van Zwolle
- ↑ Tubantia 08-05-19 ‘Eenmansteam Barcelona is opgevreten en vernederd tijdens Wonder van Anfield’