• zelf·be·wust·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfbewustheid zelfbewustheden
verkleinwoord

de zelfbewustheidv [1]

  1. een realistische vorm van zelfvertrouwen
    • De kreet Diamant in Twenterand is daarom om meerdere redenen treffend, vindt Klaas Dragt, coördinator van de Vroomshoopse revue. ‘Die slogan wordt nu al gezien als een soort geuzennaam, die de zelfbewustheid over het knappe herstel weergeeft.’ [2] 
    • Je zou het natuurlijk net zo goed andersom kunnen benaderen. Als een vorm van zelfbewustheid, van ongekend zelfvertrouwen en van realisme. Volgende week staat de kraker tegen PSV in de Kuip op het menu, een duel waarin de regerend landskampioen uit Brabant definitief kan worden afgeschud. [3] 
    • Zelfbewustheid: ,,Wij mij vooral opviel toen ik assistent was: de enorme gedrevenheid en leergierigheid. Ze hebben allemaal, zonder uitzonderingen, een grote drive om beter te worden. [4]