2. Prins Bernhard inspecteert de weerbaarheid van het USC  .
  • weer·baar·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord weerbaarheid weerbaarheden
verkleinwoord

de weerbaarheidv

  1. vermogen om zich tegen aanvallen te verdedigen of verzet te bieden tegen bedreigingen
    • Staatssecretaris Mona Keijzer denkt dan ook dat het DTC van waarde kan zijn voor bedrijven. Voor het midden- en kleinbedrijf biedt digitalisering grote economische kansen. Een belangrijke voorwaarde om deze groeikansen optimaal te kunnen benutten, is een goede digitale weerbaarheid van ondernemers. Het Digital Trust Center helpt ondernemers om dit zelfstandig te verbeteren.” [2] 
    • Om de weerbaarheid van het lokale bestuur te vergroten wordt extra ingezet op bewustwording, opleiding en oefenen van politieke ambtsdragers. Ook wil de D66-bewindsvrouw aantredende burgemeesters risicoanalyses aanbieden, zodat ze hun eigen veiligheid en die van de omgeving in kaart kunnen brengen. [3] 
    • De oud-manager hoopt dat het jongste incident een wijze les is voor de Haagse. "Ze moet gewoon worden geholpen door specialisten, want ze heeft een matige mentale weerbaarheid, is uiterst onzeker en makkelijk door haar omgeving te beïnvloeden." [4] 
  2. legereenheid bestaande uit vrijwilligers