zelfkennis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zelfkennis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zelf·ken·nis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf en kennis [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfkennis | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfkennis v
- (filosofie) kennis van het eigen ik
Gangbaarheid
- Het woord zelfkennis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zelfkennis" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be