zeggenschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zeggenschap (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛɣə(n)ˌsxɑp / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈzεχә(n)ˌsχɑp/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈzεɣә(n)ˌsxɑp/
Woordafbreking
- zeg·gen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeggenschap | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- het recht om over iets te beslissen
- Krijg ik ook nog zeggenschap in deze beslissing?
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. het recht om over iets te beslissen
Gangbaarheid
- Het woord zeggenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeggenschap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be