wielewaal
- wie·le·waal
- van Middelnederlands wedewale, verdere herkomst onduidelijk, in de betekenis van ‘zangvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wielewaal | wielewalen |
verkleinwoord |
de wielewaal m
- (zangvogels) zwart-gele zangvogel, m.n. de Europese Oriolus oriolus van de familie van Wielewalen en vijgvogels (Oriolidae )
- De politie trof donderdagochtend buiten het bedrijfspand 395 dode vogels aan, voornamelijk tjiftjaffen en wielewalen. Tussen de honderden overleden dieren lagen ook drie vogels die de botsing hadden overleefd. Zij zijn overgebracht naar een opvangcentrum. De zwerm vogels had een reis van bijna duizend kilometer achter de rug.[4]
- Vanuit het ondoordringbare groene riet piept er iets. Schril, heel schril. Voer voor vogelaars, het moet hier wemelen van de wielewalen. Lichtblauwe libellen scheren in een sierlijke pas de deux over het wateroppervlak, een reiger klapwiekt met trage vleugels over. De lucht oogt vals-blauw, de zon brandt hard. Buienradar belooft dat de bakken regen nog even uitblijven.[5]
- wielewalen, wielewalen en vijgvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Afrikaanse wielewaal, bergwielewaal, blauwvleugelwielewaal, bruine wielewaal, buiksprekerwielewaal, Chinese wielewaal, dunsnavelwielewaal, Filipijnse wielewaal, geelrugwielewaal, grijskraagwielewaal, groenkopwielewaal, halmaherawielewaal, Indiase wielewaal, Indische bloedwielewaal, isabelawielewaal, Javaanse bloedwielewaal, mangrovewielewaal, maskerwielewaal, monnikswielewaal, olijfrugwielewaal, saotoméwielewaal, satijnwielewaal, soendabloedwielewaal, tanimbarwielewaal, timorwielewaal, wetarwielewaal, witteugelwielewaal, zwarte wielewaal, zwartkopwielewaal, zwartoorwielewaal, zwartvleugelwielewaal
- Indien wielewaal wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep wielewalen zie dan Hyponiemen wielewalen
1. zwart-gele zangvogel
|
- Het woord wielewaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wielewaal" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ wielewaal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "wielewaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ de Telegraaf 06 mei 2017
- ↑ de Telegraaf MARIE THÉRESE ROOSENDAAL 18 jul. 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be