wielewalen
- Geluid: wielewalen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- wie·le·wa·len
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wielewalen | |
verkleinwoord |
de wielewalen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wielewaal
- meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een geslacht Oriolus van zangvogels uit de familie Oriolidae (wielewalen en vijgvogels). Er zijn bijna dertig soorten. De soorten komen voornamelijk voor in de tropen van de Oude Wereld (Azië en Afrika) en Zuid-Australië. Slechts één soort komt als trekvogel voor in West-Europa, de wielewaal
- [2] Afrikaanse wielewaal, bergwielewaal, blauwvleugelwielewaal, bruine wielewaal, buiksprekerwielewaal, Chinese wielewaal, dunsnavelwielewaal, Filipijnse wielewaal, geelrugwielewaal, grijskraagwielewaal, groenkopwielewaal, halmaherawielewaal, Indiase wielewaal, Indische bloedwielewaal, isabelawielewaal, Javaanse bloedwielewaal, mangrovewielewaal, maskerwielewaal, monnikswielewaal, olijfrugwielewaal, saotoméwielewaal, satijnwielewaal, soendabloedwielewaal, tanimbarwielewaal, timorwielewaal, wetarwielewaal, wielewaal, witteugelwielewaal, zwarte wielewaal, zwartkopwielewaal, zwartoorwielewaal, zwartvleugelwielewaal
- wielewalen en vijgvogels
- wielewaalfluiter, wielewaalhoningeter, wielewaaltroepiaal, wielewaalvink, wielewaalzanger
- Het woord wielewalen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.