welgeaard
- wel·ge·aard
- samenstelling van wel bw en geaard bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | welgeaard | welgeaarder | welgeaardst |
verbogen | welgeaarde | welgeaardere | welgeaardste |
partitief | welgeaards | welgeaarders | - |
welgeaard [1]
- van een persoon dat deze iets echt is
- Ieder welgeaard kunstliefhebber droomt ervan The Rothko Chapel te bezoeken. Geen plek waar de kunstervaring intenser kan zijn. Nu ik er eindelijk middenin zit, kan ik beter meteen rechtuit zijn. Als u ooit in de buurt komt, moet u zeker voor de aardigheid gaan kijken. Maar wat een ontgoocheling, de verre reis is de kapel niet waard. [2]
- Het woord welgeaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "welgeaard" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Standaard ZATERDAG 11 AUGUSTUS 2018 HOUSTON, TEXAS – THE ROTHKO CHAPEL
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be