• recht·ge·aard
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rechtgeaard rechtgeaarder rechtgeaardst
verbogen rechtgeaarde rechtgeaardere rechtgeaardste
partitief rechtgeaards rechtgeaarders -

rechtgeaard [2]

  1. van iets of iemand dat een bepaalde eigenschap echt een deel van zijn karakter is
    • Venetië was in 1932, lang voor Cannes, het eerste internationale filmfestival. ‘De oude dame’ is nog steeds relevant, al zal geen rechtgeaarde cinefiel ooit toegeven dat die faam van place to be ook met dat vulgaire Oscar­circus te maken heeft. De jongste vier jaar ging telkens de Oscar voor beste film of die voor regie naar een film die op het Lido di Venezia in wereldpremière was gegaan: Gravity, Birdman, Spotlight en La la land. [3] 
    • Ze hoopten als rechtgeaarde hobbykoks wel door te mogen. In de kwartfinale en de halve finale valt er immers veel te leren in de masterclasses van topchefs. Alle kandidaten maakten hun lievelingsgerecht klaar voor vier personen. Eén bordje ging naar de jury, de andere drie werden gedeeld met de andere kandidaten. [4] 
  • echt
  • in hart en nieren
  • iets wat in iemands DNA zit
87 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[5]
  1. rechtgeaard op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Standaard DONDERDAG 31 AUGUSTUS 2017
  4. Tubantia 05-november-2012
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be