wegloper
- weg·lo·per
- samenstelling van weg bw en loper zn [1]
- Naamwoord van handeling van weglopen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegloper | weglopers |
verkleinwoord | weglopertje | weglopertjes |
- iemand die weggaat terwijl dat eigenlijk niet mag of niet de bedoeling is
- Starters zijn meestal diep beledigd. Ik heb wel eens meegemaakt dat ik tijdens een startersbijeenkomst – als keynote speaker - vanaf het podium stelde dat ik met het blote oog kon zien dat 75% van de ambitieloze bleekneusjes in de zaal binnen drie jaar al weer cv’s zou rondsturen op zoek naar een vaste baan. Het leverde een paar acute verontwaardigde weglopers op. Geweldig[3]
- "Natuurlijk ben ik teleurgesteld over het aantal doelpunten dat ik heb gemaakt", erkent Vincent Janssen. "Maar ik ben geen wegloper."De spits van Oranje kwam in zijn eerste jaar bij Tottenham Hotspur tot slechts twee competitiedoelpunten, maar zit vol vertrouwen.[4]
- kind dat zonder toestemming van de ouders het ouderlijk huis verlaat om ergens anders te gaan wonen
- Ik hoop met heel mijn hart dat er in 2017 niet weer zo’n foto in de media verschijnt, dat we eindelijk met z’n allen in vrede zullen leven. Maar dat is ijdele hoop, dat weet ik ook wel. Ik voel me soms zo verdomd machteloos. Ik zou willen dat ik alle kinderen in de wereld kon beschermen, alle weglopertjes thuis kon brengen, alle kinderen in de knel in veiligheid kon brengen. Maar dat kan ik niet. Ik kan er alleen maar af en toe iets over schrijven, hopen dat meer mensen hetzelfde voelen en dat we dan misschien met z’n allen de wereld een beetje beter kunnen maken.[5]
- vluchteling
- Het woord wegloper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wegloper" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[6] |
- ↑ wegloper op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf JERRY HELMERS 10 okt. 2017
- ↑ de Telegraaf 29 apr. 2017
- ↑ de Telegraaf 29 dec. 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be