wederkerig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wederkerig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• we·der·ke·rig

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstellende afleiding van weder en de stam van keren met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	wederkerig	wederkeriger	wederkerigst
verbogen	wederkerige	wederkerigere	wederkerigste
partitief	wederkerigs	wederkerigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

wederkerig

1. van beide kanten

   • De beide jongens hadden een wederkerige liefde, ze hielden van elkaar. 

Synoniemen

• wederzijds, onderling

Afgeleide begrippen

• wederkerig voornaamwoord, wederkerigheid

Vertalingen

    1.   

Engels: mutual (en), reciprocal (en)

Spaans: mutuo (es), recíproco (es)

Gangbaarheid

• Het woord wederkerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wederkerig" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.