ˌwedərˈkerəxˌhɛit

  • we·der·ke·rig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord wederkerigheid wederkerigheden
verkleinwoord

de wederkerigheidv

  1. de mate waarin mensen iets voor elkaar doen, waarbij beide kanten zowel hulp geven als ontvangen
    • "Een mooi voorbeeld van waar we met elkaar naartoe willen in Berkelland", zegt wethouder Leo Scharenborg. "Voor de leerlingen is het een mooie praktijkervaring, want stageplekken zijn moeilijk te krijgen. En voor de ouderen is het een uitkomst. Hun tuin wordt gratis onderhouden en ze hebben meteen wat aanspraak. Alhoewel gratis? Het is wel de bedoeling dat u de scholieren af en toe wat drinken of wat lekkers geeft. Dat is die wederkerigheid van Voor Mekaar", voegt hij er aan toe richting senioren. [2] 
    • Het bijzondere aan Helpende Handen is dat er sprake is van wederkerigheid. De deelnemers worden ingezet in de wijk, in dit geval in de zorg voor mensen. En zo kan het gebeuren dat Riet de Puit hulp krijgt van de Afghaanse Fariha Khoshbin (…). [3] 
    • Er wordt daarom veel gedaan aan bewustwording, we hebben aparte ruimtes voor de scootmobiels, en werken met wederkerigheid om te zorgen dat bewoners elkaar helpen. Maar van de mensen die hier komen wonen, kunnen we van tevoren niet zeggen hoe kwetsbaar ze precies worden. [4]