1. warmoes (beta vulgaris var. cicla)
  • war·moes
enkelvoud meervoud
naamwoord warmoes warmoezen
verkleinwoord warmoesje warmoesjes

de warmoesv / m

  1. (groente), (plantkunde) bladgewas waarvan de bladeren of de bladstelen als groente worden gegeten, Beta vulgaris   var. cicla
    • Warmoes behoort tot een van de vergeten groenten en heeft al een zeer lange historie.[3] 
  2. (groente), (verouderd) bladgroente in het algemeen, vooral in bereide toestand
    • Zij geeft haar baas slechts tweemaal 's weeks zijn lievelingskost, de overige dagen mag hij zich, even als zijne vrouw en kinderen, met een soort van warmoes of soep, die zij, o! zoo delicieus weet te bekokkeren uit een mengelmoes van groenten met havergort of andere grutten en meer ingredienten, ...[4] 
74 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[5]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.