voorspannen
- Geluid: voorspannen (hulp, bestand)
- voor·span·nen
- samenstelling van voor en spannen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorspannen |
spande voor |
voorgespannen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
voorspannen [1]
- overgankelijk voor een rijtuig of kar spannen
- overgankelijk (bouwkunde) aanbrengen met een ingebouwde spanning
de voorspannen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord voorspan
- Het woord voorspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.