Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • span·de voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorspannen

spande (…) voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorspannen
    • Ik spande voor. 
    • Jij spande voor. 
    • Hij, zij, het spande voor. 

Gangbaarheid