voering
- Geluid: voering (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvurɪŋ / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈvuː.rɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈvuː.rɪŋ/
- (Limburg): /ˈvuː.rɪŋ(g)/
- voe·ring
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voering | voeringen |
verkleinwoord | voerinkje | voerinkjes |
de voering v
- de binnenbekleding van een voorwerp [1]
- De jas was kapot, waardoor de voering eruit kwam.
- het voeren (leiden) [2]
- [1] binnenbekleding
1. de binnenbekleding van een voorwerp
- Het woord voering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voering" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be