• bin·nen·be·kle·ding
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenbekleding binnenbekledingen
verkleinwoord

de binnenbekledingv

  1. voering aan de binnenzijde van iets; stoffen bekleding aan de binnenzijde
     Voor de bouw van de koets werden zoveel mogelijk materialen uit het koninkrijk gebruikt, zoals leer uit Brabant, vlas uit Zeeland en ivoor van Sumatra. De binnenbekleding is versierd met het rijkswapen en de wapens van de provincies en Amsterdam.[1]


  1.   Weblink bron “Veel belangstelling voor Gouden Koets op Het Loo” (Donderdag 27 augustus 2015, 12:21), NOS