• IPA: /vɔɟɪtʃ/
  • vo·dič

vodič m

  1. (natuurkunde) geleider; een materiaal dat makkelijk stroom, warmte of geluid doorlaat
  2. (natuurkunde)(techniek) geleider; een product gemaakt om stroom, warmte of geluid te geleiden
  3. begeleider; iemand die begeleidt
  4. (verkeer) bestuurder; persoon die een voertuig bestuurt


  • IPA: /vɔɟɪtʃ/
  • vo·dič
  • Afgeleid van het werkwoord vodit met het achtervoegsel -ič

vodič mbezield / monbezield

  1. (natuurkunde) geleider; een materiaal dat makkelijk stroom, warmte of geluid doorlaat
    «Měď je dobrým vodičem
    Koper is een goede geleider.

vodič monbezield

  1. (natuurkunde)(techniek) geleider; een product gemaakt om stroom, warmte of geluid te geleiden

vodič mbezield

  1. begeleider; iemand die begeleidt
    «Každého slepého závodníka doprovází vodič.»
    Iedere blinde deelnemer wordt door een begeleider begeleid.