vluggertje
- Geluid: vluggertje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvlʏɣərcə / (3 lettergrepen)
- vlug·ger·tje
- dim. tant. afgeleid van vlug bn met het achtervoegsel -er en met het achtervoegsel -tje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | vluggertje | vluggertjes |
het vluggertje o
- (informeel), (seksualiteit) seksueel contact dat snel wordt afgerond
- ...en later vangt hij een gesprek op tussen haar en de man die tijdens het carnaval een vluggertje met haar wil maken. [1]
- iets wat binnen een korte tijdsspanne gedaan wordt
- Als u alleen op een snelle zelfdiagnose uit bent, kunt u uitzoeken welke van de twintig vragen op u betrekking hebben en dan alleen de bijbehorende hoofdstukken lezen; onzes inziens betekent een dergelijk vluggertje echter een gemiste kans. [2]
- (schaak) vlug gespeelde partij schaak of dammen
- Het woord vluggertje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vluggertje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Werkman, Hans (2005). De haven uitgraven: de wereld van J.K. van Eerbeek, schrijver (Meindert Boss 1898-1937), p. 414. Uitg.: Verloren, ISBN 9789065508218.
- ↑ Frances, A; M.B. First (1999). Stemming en stoornis, p. 14. Uitg.: Nieuwezijds, ISBN 9789057120596.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be