verduldig
- ver·dul·dig
- naamwoord van handeling van verdulden ww met het achtervoegsel -ig of afgeleid van verduld zn met het achtervoegsel -ig [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verduldig | verduldiger | verduldigst |
verbogen | verduldige | verduldigere | verduldigste |
partitief | verduldigs | verduldigers | - |
verduldig
- in staat kalm, bedaard en geduldig tegenslagen te verdragen
- Het woord verduldig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verduldig" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be