• be·rus·tend
vervoeging van: berusten
verbogen vorm: berustende

berustend

  1. onvoltooid deelwoord van berusten
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen berustend berustender berustendst
verbogen berustende berustendere berustendste
partitief berustends berustenders -

berustend

  1. kalm teleurstellingen accepterend
    • „Nachtvervoer zou onderdeel moeten uitmaken van het totaalpakket dat je als regio jongeren te bieden hebt. Maar als regio en provincie al zo ambitieloos en berustend reageren kunnen we beter een rustgebied worden.” [1] 
     De zuilengalerij was begroeid met klimop. Een van de grote aardewerken vazen waaruit bougainville golfde, was gebarsten. Onkruid groeide tussen het grind. Vredig, maar dat was het woord niet. Berustend. Men zou het verstrijken van de tijd en het verlies van alle dingen inderdaad net zo goed kunnen aanvaarden.[2]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]


  1. Tubantia Joost Dijkgraaf 16-02-19 ‘Start direct proef met nachttrein uit Enschede’
  2. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 13
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be