verdrinken/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van verdrinken | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verdrinken | te verdrinken | ||||||||
toekomend | zullen verdrinken | te zullen verdrinken | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben[1]/zijn[2] verdronken | te hebben[1]/zijn[2] verdronken | ||||||||
toekomend | verdronken zullen hebben[1]/zijn[2] | verdronken te zullen hebben[1]/zijn[2] | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verdrinkend | verdronken | ev. verdrink |
mv. verouderd verdrinkt |
verdrinke | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | verdrink | verdrinkt | verdrinkt | verdrinkt | verdrinkt | verdrinken | verdrinken | verdrinken | |||
verleden (o.v.t.) | verdronk | verdronk | verdronk | verdronk | verdronk | verdronken | verdronken | verdronken | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verdrinken | zult/zal verdrinken | zult/zal verdrinken | zult verdrinken | zal verdrinken | zullen verdrinken | zullen verdrinken | zullen verdrinken | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verdrinken | zou verdrinken | zou(dt) verdrinken | zoudt verdrinken | zou verdrinken | zouden verdrinken | zouden verdrinken | zouden verdrinken | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
onpersoonlijke lijdende vorm verdronken worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verdronken | er is verdronken | |||||||||
verleden | er werd verdronken | er was verdronken | |||||||||
toekomend | er zal verdronken worden | er zal verdronken zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verdronken worden | er zou verdronken zijn | |||||||||
lijdende vorm verdronken worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verdronken worden | verdronken te worden | ||||||||
toekomend | verdronken zullen worden | verdronken te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verdronken zijn | verdronken te zijn | ||||||||
toekomend | verdronken zullen zijn | verdronken te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verdronken | wordt verdronken | wordt verdronken | wordt verdronken | wordt verdronken | worden verdronken | worden verdronken | worden verdronken | |||
verleden (o.v.t.) | werd verdronken | werd verdronken | werd verdronken | werdt verdronken | werd verdronken | werden verdronken | werden verdronken | werden verdronken | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verdronken worden | zult verdronken worden | zult verdronken worden | zult verdronken worden | zal verdronken worden | zullen verdronken worden | zullen verdronken worden | zullen verdronken worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verdronken worden | zou verdronken worden | zou/zoudt verdronken worden | zoudt verdronken worden | zou verdronken worden | zouden verdronken worden | zouden verdronken worden | zouden verdronken worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verdronken | bent verdronken | bent/is verdronken | zijt verdronken | is verdronken | zijn verdronken | zijn verdronken | zijn verdronken | |||
verleden (v.v.t.) | was verdronken | was verdronken | was verdronken | waart verdronken | was verdronken | waren verdronken | waren verdronken | waren verdronken | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verdronken zijn | zult verdronken zijn | zult verdronken zijn | zult verdronken zijn | zal verdronken zijn | zullen verdronken zijn | zullen verdronken zijn | zullen verdronken zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verdronken zijn | zou verdronken zijn | zou/zoudt verdronken zijn | zoudt verdronken zijn | zou verdronken zijn | zouden verdronken zijn | zouden verdronken zijn | zouden verdronken zijn |