• ver·drin·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verdrinken
verdronk
verdronken
klasse 3 volledig

verdrinken

  1. ergatief in het water omkomen
    • Die man is gisteren in zee verdronken. 
     De pinguïns lopen bovendien het risico te verdrinken als het stromende water in hun buitenverblijf bevriest. Ze weten niet wat ze moeten doen als ze naar boven willen en tegen ijs aanbotsen.[2]
  2. overgankelijk in het water doen omkomen
    • Hij werd ervan beschuldigd die jongen verdronken te hebben. 
  3. overgankelijk, (figuurlijk) een negatieve emotie door het drinken van alcohol doen verdwijnen
    • Na de echtscheiding was hij in de kroeg zijn verdriet aan het verdrinken. 
  4. ergatief, (figuurlijk) veel te veel van iets krijgen of ondervinden
    • Ik verdrink in de schulden. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. verdrinken op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Roel Lutkenhaus
    “Burgers' Zoo te koud voor pinguïns” (05-01-2009,), Tubantia
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be