verassen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van verassen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verassen | te verassen | ||||||||
toekomend | zullen verassen | te zullen verassen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben verast | te hebben verast | ||||||||
toekomend | verast zullen hebben | verast te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
verassend | verast | ev. veras |
mv. verouderd verast |
verasse | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | veras | verast | verast | verast | verast | verassen | verassen | verassen | |||
verleden (o.v.t.) | veraste | veraste | veraste | veraste | veraste | verasten | verasten | verasten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verassen | zult/zal verassen | zult/zal verassen | zult verassen | zal verassen | zullen verassen | zullen verassen | zullen verassen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verassen | zou verassen | zou(dt) verassen | zoudt verassen | zou verassen | zouden verassen | zouden verassen | zouden verassen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb verast | hebt verast | hebt/heeft verast | hebt verast | heeft verast | hebben verast | hebben verast | hebben verast | |||
verleden (v.v.t.) | had verast | had verast | had verast | hadt verast | had verast | hadden verast | hadden verast | hadden verast | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verast hebben | zal/zult verast hebben | zult/zal verast hebben | zult verast hebben | zal verast hebben | zullen verast hebben | zullen verast hebben | zullen verast hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verast hebben | zou verast hebben | zou/zoudt verast hebben | zoudt verast hebben | zou verast hebben | zouden verast hebben | zouden verast hebben | zouden verast hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm verast worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt verast | er is verast | |||||||||
verleden | er werd verast | er was verast | |||||||||
toekomend | er zal verast worden | er zal verast zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou verast worden | er zou verast zijn | |||||||||
lijdende vorm verast worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | verast worden | verast te worden | ||||||||
toekomend | verast zullen worden | verast te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | verast zijn | verast te zijn | ||||||||
toekomend | verast zullen zijn | verast te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word verast | wordt verast | wordt verast | wordt verast | wordt verast | worden verast | worden verast | worden verast | |||
verleden (o.v.t.) | werd verast | werd verast | werd verast | werdt verast | werd verast | werden verast | werden verast | werden verast | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal verast worden | zult verast worden | zult verast worden | zult verast worden | zal verast worden | zullen verast worden | zullen verast worden | zullen verast worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou verast worden | zou verast worden | zou/zoudt verast worden | zoudt verast worden | zou verast worden | zouden verast worden | zouden verast worden | zouden verast worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben verast | bent verast | bent/is verast | zijt verast | is verast | zijn verast | zijn verast | zijn verast | |||
verleden (v.v.t.) | was verast | was verast | was verast | waart verast | was verast | waren verast | waren verast | waren verast | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal verast zijn | zult verast zijn | zult verast zijn | zult verast zijn | zal verast zijn | zullen verast zijn | zullen verast zijn | zullen verast zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou verast zijn | zou verast zijn | zou/zoudt verast zijn | zoudt verast zijn | zou verast zijn | zouden verast zijn | zouden verast zijn | zouden verast zijn |