Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·as

Werkwoord

vervoeging van
verassen

veras

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verassen
    • Ik veras. 
  2. gebiedende wijs van verassen
    • Veras! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verassen
    • Veras je?