uitsluiten/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van uitsluiten | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitsluiten | uit te sluiten | ||||||||
toekomend | zullen uitsluiten uit zullen sluiten |
te zullen uitsluiten uit te zullen sluiten | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben uitgesloten | te hebben uitgesloten | ||||||||
toekomend | uitgesloten zullen hebben | uitgesloten te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
uitsluitend | uitgesloten | ev. sluit uit |
mv. verouderd sluit uit |
sluite uit (bijzin) uitsluite | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | sluit uit | sluit uit | sluit uit | sluit uit | sluit uit | sluiten uit | sluiten uit | sluiten uit | |||
verleden (o.v.t.) | sloot uit | sloot uit | sloot uit | sloot uit | sloot uit | sloten uit | sloten uit | sloten uit | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitsluiten | zult/zal uitsluiten | zult/zal uitsluiten | zult uitsluiten | zal uitsluiten | zullen uitsluiten | zullen uitsluiten | zullen uitsluiten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitsluiten | zou uitsluiten | zou(dt) uitsluiten | zoudt uitsluiten | zou uitsluiten | zouden uitsluiten | zouden uitsluiten | zouden uitsluiten | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | uitsluit | uitsluit | uitsluit | uitsluit | uitsluit | uitsluiten | uitsluiten | uitsluiten | |||
verleden (o.v.t.) | uitsloot | uitsloot | uitsloot | uitsloot | uitsloot | uitsloten | uitsloten | uitsloten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitsluiten uit zal sluiten |
zult/zal uitsluiten uit zult/zal sluiten |
zult/zal uitsluiten uit zult/zal sluiten |
zult uitsluiten uit zult sluiten |
zal uitsluiten uit zal sluiten |
zullen uitsluiten uit zullen sluiten |
zullen uitsluiten uit zullen sluiten |
zullen uitsluiten uit zullen sluiten | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitsluiten uit zou sluiten |
zou uitsluiten uit zou sluiten |
zou(dt) uitsluiten uit zou(dt) sluiten |
zoudt uitsluiten uit zoudt sluiten |
zou uitsluiten uit zou sluiten |
zouden uitsluiten uit zouden sluiten |
zouden uitsluiten uit zouden sluiten |
zouden uitsluiten uit zouden sluiten | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb uitgesloten | hebt uitgesloten | hebt/heeft uitgesloten | hebt uitgesloten | heeft uitgesloten | hebben uitgesloten | hebben uitgesloten | hebben uitgesloten | |||
verleden (v.v.t.) | had uitgesloten | had uitgesloten | had uitgesloten | hadt uitgesloten | had uitgesloten | hadden uitgesloten | hadden uitgesloten | hadden uitgesloten | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgesloten hebben | zal/zult uitgesloten hebben | zult/zal uitgesloten hebben | zult uitgesloten hebben | zal uitgesloten hebben | zullen uitgesloten hebben | zullen uitgesloten hebben | zullen uitgesloten hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgesloten hebben | zou uitgesloten hebben | zou/zoudt uitgesloten hebben | zoudt uitgesloten hebben | zou uitgesloten hebben | zouden uitgesloten hebben | zouden uitgesloten hebben | zouden uitgesloten hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm uitgesloten worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt uitgesloten | er is uitgesloten | |||||||||
verleden | er werd uitgesloten | er was uitgesloten | |||||||||
toekomend | er zal uitgesloten worden | er zal uitgesloten zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou uitgesloten worden | er zou uitgesloten zijn | |||||||||
lijdende vorm uitgesloten worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | uitgesloten worden | uitgesloten te worden | ||||||||
toekomend | uitgesloten zullen worden | uitgesloten te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | uitgesloten zijn | uitgesloten te zijn | ||||||||
toekomend | uitgesloten zullen zijn | uitgesloten te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word uitgesloten | wordt uitgesloten | wordt uitgesloten | wordt uitgesloten | wordt uitgesloten | worden uitgesloten | worden uitgesloten | worden uitgesloten | |||
verleden (o.v.t.) | werd uitgesloten | werd uitgesloten | werd uitgesloten | werdt uitgesloten | werd uitgesloten | werden uitgesloten | werden uitgesloten | werden uitgesloten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal uitgesloten worden | zult uitgesloten worden | zult uitgesloten worden | zult uitgesloten worden | zal uitgesloten worden | zullen uitgesloten worden | zullen uitgesloten worden | zullen uitgesloten worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou uitgesloten worden | zou uitgesloten worden | zou/zoudt uitgesloten worden | zoudt uitgesloten worden | zou uitgesloten worden | zouden uitgesloten worden | zouden uitgesloten worden | zouden uitgesloten worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben uitgesloten | bent uitgesloten | bent/is uitgesloten | zijt uitgesloten | is uitgesloten | zijn uitgesloten | zijn uitgesloten | zijn uitgesloten | |||
verleden (v.v.t.) | was uitgesloten | was uitgesloten | was uitgesloten | waart uitgesloten | was uitgesloten | waren uitgesloten | waren uitgesloten | waren uitgesloten | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal uitgesloten zijn | zult uitgesloten zijn | zult uitgesloten zijn | zult uitgesloten zijn | zal uitgesloten zijn | zullen uitgesloten zijn | zullen uitgesloten zijn | zullen uitgesloten zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou uitgesloten zijn | zou uitgesloten zijn | zou/zoudt uitgesloten zijn | zoudt uitgesloten zijn | zou uitgesloten zijn | zouden uitgesloten zijn | zouden uitgesloten zijn | zouden uitgesloten zijn |