transpireren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van transpireren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | transpireren | te transpireren | ||||||
toekomend | zullen transpireren | te zullen transpireren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben getranspireerd | te hebben getranspireerd | ||||||
toekomend | getranspireerd zullen hebben | getranspireerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
transpirerend | getranspireerd | ev. transpireer |
mv. verouderd transpireert |
transpirere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | transpireer | transpireert | transpireert | transpireert | transpireert | transpireren | transpireren | transpireren | |
verleden (o.v.t.) | transpireerde | transpireerde | transpireerde | transpireerde | transpireerde | transpireerden | transpireerden | transpireerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal transpireren | zult/zal transpireren | zult/zal transpireren | zult transpireren | zal transpireren | zullen transpireren | zullen transpireren | zullen transpireren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou transpireren | zou transpireren | zou(dt) transpireren | zoudt transpireren | zou transpireren | zouden transpireren | zouden transpireren | zouden transpireren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb getranspireerd | hebt getranspireerd | hebt/heeft getranspireerd | hebt getranspireerd | heeft getranspireerd | hebben getranspireerd | hebben getranspireerd | hebben getranspireerd | |
verleden (v.v.t.) | had getranspireerd | had getranspireerd | had getranspireerd | hadt getranspireerd | had getranspireerd | hadden getranspireerd | hadden getranspireerd | hadden getranspireerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal getranspireerd hebben | zal/zult getranspireerd hebben | zult/zal getranspireerd hebben | zult getranspireerd hebben | zal getranspireerd hebben | zullen getranspireerd hebben | zullen getranspireerd hebben | zullen getranspireerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou getranspireerd hebben | zou getranspireerd hebben | zou/zoudt getranspireerd hebben | zoudt getranspireerd hebben | zou getranspireerd hebben | zouden getranspireerd hebben | zouden getranspireerd hebben | zouden getranspireerd hebben |