transfereren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van transfereren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | transfereren | te transfereren | ||||||||
toekomend | zullen transfereren | te zullen transfereren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben getransfereerd | te hebben getransfereerd | ||||||||
toekomend | getransfereerd zullen hebben | getransfereerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
transfererend | getransfereerd | ev. transfereer |
mv. verouderd transfereert |
transferere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | transfereer | transfereert | transfereert | transfereert | transfereert | transfereren | transfereren | transfereren | |||
verleden (o.v.t.) | transfereerde | transfereerde | transfereerde | transfereerde | transfereerde | transfereerden | transfereerden | transfereerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal transfereren | zult/zal transfereren | zult/zal transfereren | zult transfereren | zal transfereren | zullen transfereren | zullen transfereren | zullen transfereren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou transfereren | zou transfereren | zou(dt) transfereren | zoudt transfereren | zou transfereren | zouden transfereren | zouden transfereren | zouden transfereren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb getransfereerd | hebt getransfereerd | hebt/heeft getransfereerd | hebt getransfereerd | heeft getransfereerd | hebben getransfereerd | hebben getransfereerd | hebben getransfereerd | |||
verleden (v.v.t.) | had getransfereerd | had getransfereerd | had getransfereerd | hadt getransfereerd | had getransfereerd | hadden getransfereerd | hadden getransfereerd | hadden getransfereerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal getransfereerd hebben | zal/zult getransfereerd hebben | zult/zal getransfereerd hebben | zult getransfereerd hebben | zal getransfereerd hebben | zullen getransfereerd hebben | zullen getransfereerd hebben | zullen getransfereerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou getransfereerd hebben | zou getransfereerd hebben | zou/zoudt getransfereerd hebben | zoudt getransfereerd hebben | zou getransfereerd hebben | zouden getransfereerd hebben | zouden getransfereerd hebben | zouden getransfereerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm getransfereerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt getransfereerd | er is getransfereerd | |||||||||
verleden | er werd getransfereerd | er was getransfereerd | |||||||||
toekomend | er zal getransfereerd worden | er zal getransfereerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou getransfereerd worden | er zou getransfereerd zijn | |||||||||
lijdende vorm getransfereerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | getransfereerd worden | getransfereerd te worden | ||||||||
toekomend | getransfereerd zullen worden | getransfereerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | getransfereerd zijn | getransfereerd te zijn | ||||||||
toekomend | getransfereerd zullen zijn | getransfereerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word getransfereerd | wordt getransfereerd | wordt getransfereerd | wordt getransfereerd | wordt getransfereerd | worden getransfereerd | worden getransfereerd | worden getransfereerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd getransfereerd | werd getransfereerd | werd getransfereerd | werdt getransfereerd | werd getransfereerd | werden getransfereerd | werden getransfereerd | werden getransfereerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal getransfereerd worden | zult getransfereerd worden | zult getransfereerd worden | zult getransfereerd worden | zal getransfereerd worden | zullen getransfereerd worden | zullen getransfereerd worden | zullen getransfereerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou getransfereerd worden | zou getransfereerd worden | zou/zoudt getransfereerd worden | zoudt getransfereerd worden | zou getransfereerd worden | zouden getransfereerd worden | zouden getransfereerd worden | zouden getransfereerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben getransfereerd | bent getransfereerd | bent/is getransfereerd | zijt getransfereerd | is getransfereerd | zijn getransfereerd | zijn getransfereerd | zijn getransfereerd | |||
verleden (v.v.t.) | was getransfereerd | was getransfereerd | was getransfereerd | waart getransfereerd | was getransfereerd | waren getransfereerd | waren getransfereerd | waren getransfereerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal getransfereerd zijn | zult getransfereerd zijn | zult getransfereerd zijn | zult getransfereerd zijn | zal getransfereerd zijn | zullen getransfereerd zijn | zullen getransfereerd zijn | zullen getransfereerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou getransfereerd zijn | zou getransfereerd zijn | zou/zoudt getransfereerd zijn | zoudt getransfereerd zijn | zou getransfereerd zijn | zouden getransfereerd zijn | zouden getransfereerd zijn | zouden getransfereerd zijn |