• trans·fe·re·ren
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overbrengen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1470 [1]
  • afleiding van transfer [2]

transfereren [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
transfereren
transfereerde
getransfereerd
zwak -d volledig
  1. overmaken van geld van de ene naar de andere bankrekening
    • Om geld uit Rusland te verplaatsen werden twee entiteiten gebruikt die zogenaamd geld leenden aan elkaar, ondertekend door Russische zakenbedrijven. Volgens The Guardian zou een bankinstantie dan standaard de Russische bedrijven toestemming verlenen om geld te transfereren naar een rekening in Moldavië. [4] 
    • De Jerusalem Post meldt dat minister Avigdor Lieberman van Buitenlandse Zaken Serry wil uitzetten, omdat de Nederlander tientallen miljoenen dollars zou willen transfereren naar de Palestijnse beweging Hamas. [5] 
  2. veranderen van (voetbal)club door een speler
    • Ook zaakwaarnemer Albers stuitte niet direct op een probleemgeval toen hij de speler van Bursaspor naar Feyenoord hielp transfereren. Bewust koos hij ervoor het eerste gesprek tussen de speler en Feyenoord om 9 uur ’s ochtends te laten plaatsvinden in Istanbul. „Vanaf Bursa was dat vijf uur rijden. We kenden hem alleen via de telefoon en zo konden we kijken wat voor vlees we in de kuip hadden. Hij was keurig op tijd. Om half drie ’s nachts was hij in de auto gestapt.” [6] 
    • Lam heeft in Zwolle een aflopend contract, maar alles wijst erop dat die verbintenis met in ieder geval een jaar wordt verlengd. Lam toont ook begrip voor het feit dat PEC hem op dit moment niet wil transfereren, mede vanwege het feit dat Trent Sainsbury een dezer dagen vertrekt. “De kans dat ik bijteken bij PEC is best groot. Ik wil hier ook niet gratis de deur uitlopen”, zei Lam donderdag tegen FOX Sports. [7] 
77 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[8]