Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • top·less
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘de boezem bloot latend’ voor het eerst aangetroffen in 1964 [1]
  • Ontleend aan het Engels.
stellend
onverbogen topless
verbogen topless

Bijvoeglijk naamwoord

topless

  1. (gezegd van vrouwen) zonder bovenkleding, met naakt bovenlijf
    • Topless zonnen wordt in vele Arabische landen afgeraden. 
     En dan te bedenken dat je in Amerika niet eens topless op het strand mag liggen.[2]
     Enkele mannelijke beroemdheden braken een lans voor de mannenrok, inclusief blote benen. Andere heren kozen voor jassen of rokkostuums tot op de grond, waarmee ze een vrouwelijk silhouet creëerden. Model Cara Delevingne zette op haar beurt vrouwelijkheid centraal door topless doch bedekt met bodypaint te verschijnen.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "topless" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Weblink bron
    Susan Sjouwerman
    “Op rode loper van het Met Gala is niet alleen de dresscode belangrijk” (3 mei 2022), NOS
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Italiaans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
topless topless

topless m

  1. (kleding), (zwemmen) topless zwemkleding, bikini zonder bovenstuk
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen