toepassing

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  toepassing    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtupɑsɪŋ / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• toe·pas·sing

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van toepassen met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	toepassing	toepassingen
verkleinwoord	toepassinkje	toepassinkjes

Zelfstandig naamwoord

de toepassing v

1. een manier waarop iets gebruikt wordt

   • Deze toepassing voor dit medicijn is pas kortgeleden ontdekt. 

2. het in de praktijk brengen van iets

   • Bij de toepassing van de nieuwe methode is er iets misgegaan. 

3. (informatica) een computerprogramma

   • De toepassing is afgesloten vanwege te weinig geheugen. 

Synoniemen

• applicatie

Hyponiemen

   

betekenistoepassing computertoepassing dwangtoepassing gebruikstoepassing ict-toepassing internettoepassing invoegtoepassing kantoortoepassing kunsttoepassing materiaaltoepassing niet-toepassing rechtstoepassing servotoepassing softwaretoepassing systeemtoepassing telecommunicatietoepassing wetenschapstoepassing wetstoepassing

Afgeleide begrippen

• toepassingsbereik, toepassingsdatum, toepassingsgebied, toepassingsgericht, toepassingslaag, toepassingsmogelijkheid, toepassingsprogramma, toepassingsrapport, toepassingssfeer, toepassingsveld, toepassingsverordening

Uitdrukkingen en gezegden

• van toepassing zijn op -- gelden voor

•  Sinds tijden had ik weer eens het gevoel dat nummer 11 ook op mij van toepassing was.  

Vertalingen

    1. een manier waarop iets gebruikt wordt   

Duits: Anwendung (de) v Engels: utilization (en)

Frans: application (fr) v Spaans: aplicación (es) v

    2. het in de practijk brengen van iets   

Duits: Anwendung (de) v Engels: application (en)

Frans: application (fr) v

    1. een computerprogramma   

Engels: application (en)

Gangbaarheid

• Het woord toepassing staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toepassing" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.